Fractie van Aandacht: hoe, wat, waarom én de volgende stappen.

Sidney Vollmer
8 min readJan 16, 2020
beeld: myndr.nl

Hoe, wat, waar

Iets meer dan drie maanden geleden hebben we met de startup myndr het idee opgevat om het smartphonegebruik van Kamerleden te gaan turven. (lees hier meer over myndr’s motivatie)

Aanleiding was dus *niet* het smartphone-momentje van Rutte. Dat kwam natuurlijk als geroepen. Ook klachten van onder andere kamervoorzitter mw. Khadija Arib over het smartphonegebruik van Kamerleden was niet de inspiratie.

Inspiratie kwam van deze Braziliaanse campagne:

Dit filmpje toont een initiatief om dat wat alle inwoners van een land toekomt, namelijk de airmiles die Braziliaanse Kamerleden verdienen wanneer ze op en neer vliegen naar het Braziliaanse parlement, te laten toekomen aan de inwoners van Brazilië.

Dat was de inspiratie. Voor Braziliaanse airmiles, lees Nederlandse aandacht.

Een fractie van aandacht.

Dankzij de inspanningen van een dozijn studenten van de Bildung Academie, myndr en ondergetekende hebben we een beetje inzicht gekregen over het smartphonegebruik van Kamerleden.

En da’s heftig.

Want de aandacht die ze namens ons uitgeven, gaat heel erg vaak niet naar ons land, maar naar big tech.

video: JaarenDag.nl

Gemiddeld zit 38% van de Kamerleden op hun smartphone. En soms wel 89% van de aanwezigen. Op onze campagnesite kun je de ingevulde turfformulieren bekijken en doorspitten.

(Iedere scepticus nodig ik van harte uit om zelf te gaan kijken. We hebben ook een turfformulier voor je gemaakt, om je eigen onderzoek te vergemakkelijken.)

De cijfers waren nog hoger geweest, wanneer we niet elke tien minuten, maar elke vijf minuten hadden geturfd.

Dit is een groot probleem, omdat smartphones de aandacht van Kamerleden wegkaapt. Je ziet aan hun houding — en heel vaak ook, trouwens– dat veel van hen niet opletten terwijl ze met die smartphone bezig zijn.

Daarover later meer. Eerst iets anders.

Want iets dat wegvalt bij bovenstaande cijfers zijn constateringen die je doet als je daar zélf turft.

turfsessie Tweede Kamer 5–12 (Sidney)

1. De meeste van onze Kamerleden werken kneiterhard, in een buitengewoon kwetsbaar systeem

Stel je voor: je kind is ziek en moet eerder van school opgehaald worden. Je moet een bijlage nog even nalezen. Een medewerker probeert je in te lichten over iets cruciaals. Dan is een smartphone steeds superhandig.

Als je van de publieke tribune naar beneden de plenaire zaal in kijkt, krijg je meer respect voor het functioneren van de democratie, omdat de meeste Kamerleden — ondanks ook dát soort afleidingen — hun best doen.

Kamerleden zijn net mensen. En die democratie van ons, is een broos systeem.

Die democratie werkt bij de gratie van onze gemeenschappelijke afspraak: we geloven dat het ondanks zijn schoonheidsfouten de beste vorm van staatsinrichting is.

Als je immers een Trumpiaanse strijd voert tegen de waarheid, of als je gelooft in Brexit-ficties over vroegah, brokkelt het fundament van een democratie, die gezamenlijkheid, die solidariteit, af.

De manier waarop we in onze democratie omgaan met de aandacht van onze volksvertegenwoordigers, is nét zo’n soort gemeenschappelijke afspraak. En de risico’s van wegvallende aandacht zijn enorm. Hoe kan een Kamerlid zijn of haar werk goed uitoefenen als hij/zij afgeleid is? Als iedereen om hem/haar héén, afgeleid is?

Net als de risico’s zijn ook de verleidingen erg groot.

Want vanaf die publieke tribune, hebben we Kamerleden Candy Crush zien spelen. Farmville. Lachend instastories delen. Een uur lang scrollen door social media.

Da’s niet de bedoeling.

Kamerleden, jullie zitten er namens ons. Jullie geven effectief ónze aandacht uit.

En de goeden leiden hier dan, helaas, onder de kwaden.

wederhoor: vraag 1 van onze Enquete. Zie hier de overige 5.

2. De manier waarop de Tweede Kamer functioneert, is wellicht niet meer anno nu

Misschien zijn onze resultaten wel geen ziekte (afgeleide Kamerleden en een smartphoneverslaving) maar een symptoom. En moeten we het hebben over de werkwijze van de Kamer en alles daaromheen.

Kan de spreektijd van Kamerleden standaard ingekort worden, zodat Kamerleden gedwongen worden bondiger te spreken?

Kunnen Kamerleden meer fractiemedewerkers krijgen om de werkdruk beter te verdelen zodat ze minder hoeven te proberen te multitasken?

Kan er door fracties een veel scherpere controle komen op wie er potentieel in de Kamer zullen komen te zitten, en hoe zij zullen gaan functioneren?

Kan het presidium regels afspreken over smartphonegebruik, over soorten smartphones, over schermtijd en toegestane apps, zodat Kamerleden maximaal hun aandacht erbij houden en minimaal afgeleid zijn?

We zijn zeker niet roomser dan de paus, en die apparaten zijn ongelooflijk handig. Maar er moet iets veranderen in de digitale infrastructuur en de sociale etiquette zodat efficiënt werken niet ten koste gaat van de collectieve aandacht en de processen die lopen.

(nota bene: we zijn er ondanks dit soort afleidingen trouwens erg goed in, een democratie zijn. Nederland is volgens The Economist de op 9 na best functionerende democratie ter wereld. Daar mogen we best een beetje trots op zijn. Op dus, naar de eerste plek!)

De smoesjes van Kamerleden op een rij

“Ja, maar ik gebruik hem voor werk!”

Zeker, dat zagen we absoluut ook gebeuren. En over het gehele politieke spectrum. Maar:

  1. Ondertussen zijn er allerlei andere apps die tijdens je smartphone-werktaakje óók om je aandacht zeuren en is de verleiding groot om dáármee bezig te zijn. (Wie van de kiezers kent dat niet?)
  2. Doordat jij “voor werk” je smartphone pakt, leidt je je collega-Kamerleden af. Zij krijgen ongewild een shotje dopamine als ze jou naar je telefoon zien grijpen en willen ook even checken. De sociale norm, aandacht geven aan het debat, aan de vergadering, aan elkaar, vervaagt.
  3. Een telefoon in het zicht maakt je aantoonbaar dommer — helemáál wanneer je zelf zegt iemand te zijn, waarvoor smartphones onmisbaar zijn (bron 2)
  4. Jij gebruikt je smartphone misschien voor werk, maar wij zien andere Kamerleden hun smartphone gebruiken voor nonsens. Als één Kamerlid iets opzoekt, mogen er dan 10 zitten Instagrammen?
  5. “Gebruiken voor werk” is exact het argument van leerlingen op school, terwijl leraren hun best doen lesstof over te brengen. We weten allemaal hoe vaak dat een smoesje is. Je hebt hem gewoon heel vaak niet nodig voor je werk. Bovendien is, bijvoorbeeld, bewezen dat wie met de hand aantekeningen maakt, de dingen beter onthoudt.

“Ik doe het maar een minuutje, ff tussendoor.”

  1. Dat zijn dan wel heel veel minuutjes, even tussendoor. Bovendien: multitasken is een bewezen fictie. Je kunt maar één ding tegelijk.
  2. Veel van je minder goed bedoelende collega’s doen dat “tussendoordingetje” trouwens veel langer dan een minuutje. Sommige van hen worden door collega Kamerleden aangesproken op hun smartphonegedrag — maar blijven gewoon doorgaan. Dat lijkt ons niet de meest efficiënte manier van vergaderen. En maakt een onbeschofte indruk.
  3. Na ieder moment waarin je iets anders doet, kost het een mens gemiddeld drieëntwintig minuten om weer volledig de aandachtig op de vorige taak te richten.

“Iedereen doet het. Moeten wij dan roomser zijn dan de paus?”

  1. Iedereen herkent het, maar er zijn hele volksstammen die zich wel degelijk kunnen houden aan strenge gedragsregels, soms gehandhaaft door wetgeving. Als Kamerlid kun je dat vast ook.
  2. Je bent geen paus, maar je hebt wel degelijk een voorbeeldfunctie. De dingen waar sommige van je collega’s hun smartphone voor gebruiken zijn een schaamteloze verspilling van de aandacht die heel Nederland toekomt. Dat straalt ook op jou af. Spreek dan desnoods elkaar er op aan.

“Onze werklast is te hoog. Wij hebben niet 6 persoonlijke medewerkers zoals kabinetsleden die wel hebben.”

  1. Als je dát probleem met smartphones probeert op te lossen, hebben we een andere, veel belangrijker discussie te voeren. Is de werkwijze van de Tweede Kamer nog wel uitgerust voor de hedendaagse realiteit? Misschien moet de Kamer nadenken over hoe ze zichzelf beter kunnen uitrusten om hun cruciale werk te doen, zodat ze niet in de valkuil hoeven te stappen van hun smartphone. En bijvoorbeeld met meer medewerkers aan de slag gaan.

Conclusie.

Dit probleem is, uiteraard, breder dan de Kamer. Daarom voeren we allemaal op onze manier een strijd tegen al die technologie, die niet het beste met ons voor heeft. Myndr doet dat met hun thermostaat voor je internet. En door samen met mij een initiatief als FractievanAandacht te nemen.

Die strijd voeren we ook in de kroeg, wanneer je vriend of vriendin niet met jou bezig is, niet met het “hier en nu”, maar met het “daar en dan.”

Overheden voeren de strijd tegen big tech –mondjemaat en érg laat– wanneer Uber zijn licentie verliest, Deliveroo een rechtszaak verliest of AirBnB van een overheid een beetje tegendruk voelt. Of wanneer Facebook, sigaret van de 21ste eeuw, weer eens wordt uitgenodigd om te komen liegen in een commissie.

Let wel: er moet bij de Nederlandse overheid nog steeds een veel, véél restrictiever houding komen vis á vis big tech. Lobbyisten hebben veel te veel invloed, en nieuwe (Nederlandse!) ondernemingen krijgen mede daardoor nauwelijks voet aan de grond.

Maar er is wel degelijk een bewustzijnsverandering gaande, ook bij overheden, en vooral op Europees niveau.

We voeren de strijd verder in collegebanken, op middelbare scholen. Docenten die hun best doen om leerlingen bij de les te houden, ondanks ontzettend vernuftige afleidingen die ieder van hen potentieel psychische schade oplevert. Een hele generatie mensen groeit op met minder dates, minder buiten spelen, minder seks, en meer psychische schade dan haar voorgangers — en wij laten het gebeuren. (bron)

We zijn al een heel eind met de strijd ertegen in het verkeer, met wetswijzigingen omtrent smartphonegebruik in de auto, en op de fiets. Petje af voor allen die zich daarvoor inspanden. Bijvoorbeeld de makers van deze video, die vorige week werd gelanceerd:

En thuis, tot slot, voeren velen een alledaagse strijd. Wanneer onze kinderen ons wijzen op onze telefoonverslaving, of wij hen wijzen op die van hun.

Daarom ben ik zo blij dat ons initiatief zo goed is opgepikt. Daarom ook, hoop we dat er nu ook echt wat verandert in de Kamer.

De tijd is er rijp voor.

Zijn onze Kamerleden dat ook?

Credits
Dank aan de moedige, ambitieuze en kneiterhard werkende mensen bij mede-initiatiefnemer Myndr. Maarten Wolzak, Paul Huizinga, Paul Mourus, Coert Wigbels, en natuurlijk Barbara Putman Cramer. Dank ook, aan de studenten van de Bildung Academie (Renee, Yling Ylang, Lisa, Sterre, Anne-Carien, Bram, Tjalling, Alexander, Rein, Loes, Esli) voor hun geduldige turfwerk. Videoproductie: JaarenDag. Met heel veel dank, tot slot, aan Loes Formsma, Esli Verheggen, Hans Schnitzler, Carlo van Lienden, Lot van Beek, Machiel Spruijt en Marlinde Venema.

Psst… Onze volgende stap? De Post-Digitale Denktank

We zijn aangekomen in een post-digitale tijd. Offline is de nieuwe luxe.

En het is dus tijd geworden voor iedereen om weer de baas te worden over onze eigen aandacht.

Daarom ga ik –samen met o.a. myndr– me de komende tijd bezig houden met de oprichting van DPDD — De Post-Digitale Denktank.

Impact investors met lef die onze passie waarderen, zorgen herkennen én kansen zien om idealisme en ondernemerschap te combineren, zijn van harte welkom om even te mailen.

*.*

Sidney Vollmer (1983). Mediawetenschapper en strateeg. Mijn laatste boek, ON/OFF: op zoek naar balans in digitale tijden, gaat over deze thema’s. (recensies). Wil je mijn werk steunen? BTC donaties zijn welkom op: 1GL5Z5ZK1bLWF7pnjjmYh9fhkJzcdKX8j

--

--

Sidney Vollmer

Hybrid planner/creative. Focused on connecting creativity and climate. Currently rewriting book #4 Hodl’er. Portfolio at sidneyvollmer.com